maandag 2 december 2019

Dag 25 Kyaukse – Ava (Inwa) – Mandalay


De laatste etappe die eigenlijk voelde als de rit terug naar Mandalay, werd een dag vol cadeautjes. Nog maar net Kyaukse verlaten, is er niet voorbij te rijden aan de werkplaats voor trouwkoetsen, onder een paar prachtige oude bomen. Voor ons niet voor te stellen: schitterend in de zon prachtige kunstwerken van in goud geschilderd handwerk. Mooie figuren ingelegd met een grote keur aan kleurige stenen. Voor ons niet voorstelbaar, zoveel pracht en praal.



Na een ruim oponthoud de weg vervolgen om gelijk op een opstopping te stuiten: vernieuwing van de weg in wording op Birmese wijze, zoals al eerder gezien. Pek erop, grote hoeveelheden kleine keien, gesorteerd en gestort door een groot aantal vrouwen en nu ook mannen. Nieuw dit keer: een wals erover. Wel één zoals die bij ons 50 tot 60 jaar geleden werd gebruikt en met een snelheid die erom vraagt nog eens te kijken, of er echt wel vooruitgang is. Het redelijk drukke verkeer van twee kanten kronkelt eromheen, laverend om de bergen keien heen.


Het fietst heerlijk, beetje schaduw, vlakke weg, enorme rijstvelden en grote bananen plantages.
De volgende verrassing volgt snel: een eeuwen oude tempel en archeologische opgravingsplaats met een 800 jaar oude Boeddha. Prachtig om te zien wat er nog van over is. Zorgvuldig allemaal aangegeven en volledig overkapt. Indrukwekkend. Om een overzichtsfoto te maken een klein trapje op naar een plateautje waar al een man staat. Handgebaren, niet verstaanbare kreten, paniek die wij niet snappen. De rust keert weer als ik de trap af en Arco de trap op gaat. Tja, vrouwen, op de mooiste plekjes mogen ze echt niet komen. Helaas staat dat alleen vermeld in Myanmar taal en teken. Voor ons niet meer dan sierlijke krullen. 



Ook bij het heiligdom in de Pagode op het Inle lake iets soortgelijks, gelijk duidelijk door het gebruik van grote borden met instructies in het Engels: “Happy area, Women prohibited”.



Na 16 km onder de snelweg Yangon – Mandalay  om er vervolgens parallel aan te fietsen, een hobbelige asfalt weg op volgens de beschrijving. Plots is de weg weg, van asfalt geen sprake meer. Alsof de hele secundaire weg is opgeofferd aan de aanleg van de snelweg. Laveren om keien en kuilen heen over het smalle paadje dat de vele scooters voor ons hebben gecreëerd. Gelukkig is de weg vlak. Kilometers verder lijkt een poging gedaan te worden om de weg te verbeteren en leidt de route langs een stuk werk in uitvoering over een net voor ons gesproeid deel. Het eerste wiel erop en de kiezels spatten tegen de spatborden aan en even later zit alles onder de kleffe modder met steentjes. Primitieve, onhandige oplossingen hier.

Pinya bereikt, een oude hoofdstad uit de 16e/17e eeuw met veel ruïnes. Met onze neus in de boter, ofwel in dit geval in de rijst: een traditioneel feest, waar we midden in terecht komen en pas na enige tijd de omvang van inzien. Een grote “Myanmar” feesttent, goudkleurig met alle toeters en bellen van het land versierd. Prachtig uitgedoste meisjes, een lange rij vrolijk opgetuigde ossenkarren en verschillende vriendelijk lachende mensen die ons meetronen naar de dorpsmaaltijd. Geen ontkomen aan, mee-eten. 



Tafels vol mensen en kommen, ieder een bord rijst, schalen met de aanvullingen ertussen in. Het bestek bestaat uit de vingers van de rechterhand. Gewoon uit alle schaaltjes een handvol over de rijst, goed kneden en smakelijk eten. In het midden een grote soepkom met 1 lepel, waarmee elk naar believen een hap soep neemt. Lachende mensen om ons heen, gelukkig werd onze onhandigheid voorzien en bevatte ons bord rijst al per bord een soeplepeltje. Heerlijk gegeten en veel hilariteit teweeg gebracht. De daarop volgende optocht tart alle beschrijvingen. 








De prachtig opgemaakte en geklede jonge vrouwen met kapsels als kunstwerkjes volgend op een witte trouwkoets waarop 2 mannen. Vervolgens een niet te overziene groep even mooi uitgedoste kinderen op olifanten, paarden en ossenkarren. Alles onder begeleiding van twee zelfs wat westers klinkende life bands op grote karren. Het geheel afgesloten met een carnavaleske groep in een poging de grote groepen toeschouwers in beweging te krijgen. Opvallend de ogenschijnlijke tegenstelling tussen de opgewonden drukte, de vrolijke kleuren en muziek met daar tegenover de welhaast strakke, ernstige gezichten van de deelnemers. Er lijkt geen (glim)lach at te kunnen. Doel van de stoet: grote witte tempels op een heuvel.

Ondertussen toch weer verder o.a. over het koningspad, aangelegd door de laatste koning van Ava (1820), gekenmerkt door aan beide zijden een witte betonnen muur met op korte afstanden van elkaar sierlijke dikke verhogingen. 


Meerdere ruïnes en de resten van de oude paleispoort verder aangekomen bij het klooster Mae Nu Oak Kyaung. Nieuwsgierig geworden door de drukt toch de trappen op naar boven. Helemaal de moeite waard. 


Totaal anders weer van bouw, robuust, kolossaal en binnen met dikke houten vloeren. In de verte over het water Mandalay te zien. Op een heel andere manier weer prachtig. Via de resten van de andere poort vertrokken, wordt duidelijk dat het toeristische gebied in en rond Madalay is bereikt. Een stoet paardenkarretjes met toeristen belemmert volledig de weg. Bij de stadplaats van de paarden taxi’s is er helemaal geen doorkomen aan. Even wat geduld, het pondje bereikt. Op het platte stuk van de boot, staande met de fiets naar de overkant en de laatste, drukke kilometers naar Mandalay. 


Wat een verschil met het prachtige platteland dat net verlaten is. De dijk langs de Irrawady rivier, druk jachtig verkeer met direct aan de kant van de weg de vele kleine bedrijfjes waar hard gewerkt en gewoond wordt. De kinderen lopen er tussendoor. Even maakt het stil, het verschil met het platteland. Onvoorstelbaar dat kinderen hier op moeten groeien. Vader/moeder, peuter hangend over de rug, bamboe stokken aan het bewerken direct naast de overvolle weg. Opgroeien in een lucht die wij eigenlijk te vies vinden om in te ademen. Even wordt je hier stil en triest van.
Nog langs de werkplaatsen waar Boeddha beelden worden gemaakt. Het slijpen en hakken van de witte brokken veroorzaakt zoveel wit stof, dat de mannen die binnen zitten nauwelijks zijn te onderscheiden van de in wording zijnde Boeddha beelden.


Uiteindelijk na de nodige verkeerslichten en drukte, de rust van het hotel bereikt. Douchen en bijkomen. De fietsen zijn morgen aan de beurt.

Gefietst: 64 km.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten